Cochleairedoofheid bij Dalmatische Honden
Bij Dalmatische Honden, als ook bij enige andere rassen, komt erfelijke doofheid voor die in de diergeneeskunde bekend staat als cochleaire doofheid.
Bij deze vorm van doofheid spelen meerdere factoren (genen) een rol. Factoren van buitenaf (zoals milieu factoren) spelen zeer waarschijnlijk geen of een zeer geringe rol in het ontstaan van deze doofheid.
Welke genenverantwoordelijk zijn voor deze erfelijke doofheid is nog niet bekend, zelfs het aantal genen dat erbij betrokken is, is nog niet bekend
Deze doofheid kan aan één oor ontstaan of aan beide oren.
In het oor vinden we achter het trommelvlies van het middenoor, waarin zich drie botjes n.l., hamer aambeeld en stijgbeugel bevinden ter overbrenging van de geluidstrillingen naar het binnenoor. Via het ovale venster komen de trillingen in het slakkenhuis, waar de geluidstrillingen worden opgevangen door een membraan met zintuigcellen.
Deze cellen geven een impuls af waarna in de hersenen een gewaarwording ontstaat van een geluidsfrequentie. Bij cochleaire doofheid is er een degeneratie van het orgaan van Corti (de groep zintuigcellen in het slakkenhuis) na de geboorte, en wel binnen enkel dagen. Dit gehoorverlies is onomkeerbaar en kan ook niet worden gestopt gedurende deze dagen. De erfelijkheid van Cochleaire doofheid is er één van familiaire aard. Dit betekent dat een pup, die verwant is aan dieren die zelf cochleair doof zijn, een grotere kans heeft ook aan één of beide oren doof te zijn, dan wel een willekeurige andere pup. Hoe meer doofheid in de familie en hoe nauwer deze verwant zijn aan de pup, hoe groter de kans op doofheid.
Na overleg met de W.K. Hirschfeldstichting en kennis genomen te hebben van het reeds gedane onderzoek in het buitenland heeft de N.C.D.H. een beleidsplan uitgestippeld met als doel het aantal unilateraal horende honden en het aantal dove honden te verkleinen.
De eerste stap is om bij de N.C.D.H. aangesloten fokkers, indien zij gebruik wensen te maken van de pupinformatie, te verplichten hun fokteven en –reuen de z.g. gehoortest of BEAR (Brainstern Auditory Evoke Response test) te laten ondergaan, vóór de dekking.
Daarnaast is het vanaf 1 januari 1995 ook verplicht om alle pups te laten testen op de leeftijd van ongeveer 7 weken. De geheel dove pups wordt geadviseerd om deze in te laten slapen. Unilateraal horende pups zijn prima huisdieren. In de dagelijkse omgang met de pup is er namelijk niets van te merken.
Hier is duidelijk te zien waar de verschillende elektronen zijn aangesloten. Door het blauwe buisje komt het geluid.